De dokter behandelt, de patiënt geneest. ( Deel 1 van 2 )

① lichaam ✎ dr. eduard ariëns Dec 21, 2023
De dokter behandelt, de patiënt geneest.

Niet aan de hand van mijn medische studie en opleiding tot arts maar wel aan de hand van een kritische houding en brede oriëntatie gedurende mijn jarenlange praktische ervaring in het medisch werkveld zal ik u meenemen in mijn overtuiging en proberen duidelijk te maken dat de dokter de patiënt weliswaar behandelt, maar het de patiënt is die zichzelf kan genezen. Aldus is er niet alleen werk aan de winkel voor de behandelaar maar bovenal voor de patiënt die verantwoordelijkheid voor zijn of haar ziekte wil nemen.

Inmiddels bij de dokter meldt u zich als patiënt; vanuit het latijn vertaald bent u aldus de behoeftige lijder, de hulpvrager die medische zorg en aandacht nodig heeft. Deze passief lijdende rol legt u zich op vanaf het moment dat u de dokter consulteert. Nee, dat doet u echter niet bewust. Na presentatie van uw klachten is de dokter casemanager van uw medisch probleem en start zijn/haar werk als behandelaar. Mogelijk hebt u reeds wat medisch informatief voorwerk gedaan, wellicht om de dokter te ondersteunen in het opstellen van een of meerdere hypotheses (mogelijke diagnoses) om uw klachten te kunnen verklaren.

Nu de kant van de dokter c.q. behandelaar die op basis van uw klachten, vraaggesprek, lichamelijk onderzoek en eventueel aanvullend onderzoek tot een min of meer definitieve diagnose zal moeten komen. Vaak wordt reeds gestart met behandeling van de symptomen waarvan u last hebt tenzij de diagnose direct vast staat en daarnaast gerichte behandeling kan worden ingezet.

U zult zich ongetwijfeld realiseren dat het stellen van de juiste, definitieve diagnose in veel gevallen allerminst eenvoudig is. Er zijn immers veel identieke klachten en symptomen die in gevarieerde samenstelling kunnen passen bij uiteenlopende aandoeningen. Dat blijkt ook uit de medische terminologie zoals bijvoorbeeld symptoom- of syndroomdiagnose, of een praktisch hanteerbare werkdiagnose. Deze termen worden gehanteerd als voorlopige diagnose waarmee de arts vooruit kan om u van advies te dienen, medicijnen voor te schrijven of te verwijzen naar de specialist.

De moeilijkheid van de juiste diagnose is echter de medische wetenschap die naast de klinische praktijk de basis vormt voor de handelwijze van de arts. Als het gaat om de medische wetenschap vormt het bewijs het uitgangspunt, lees -evidence based- , en -best practise- als het de klinische praktijk betreft.

 

Geneeskunde als wetenschap valt onder de menswetenschappen i.t.t. de exacte natuurwetenschappen met een methodiek die enkel op zintuiglijke waarneming is gebaseerd en waarbinnen het rekenkundig meetmodel een prominente positie inneemt.

Een essentieel onderscheid met het bestuderen van dode materie dringt zich nu op. De mens bestaat niet enkel uit een natuurkundig fysiek lichaam waaraan wel veel te meten valt. In de evolutie is de mens het hoogst ontwikkeld als het gaat om levend, met bovendien een bewust-zijn. De Engelse term voor de mens is dan ook a human-being. Aldus bestudeert de geneeskunde als centraal thema de levende mens. Zouden we onze aandacht beperken tot een dood lichaam dan zou dat veel overeenkomst hebben met bv natuurkunde en chemie. Het leven van een organisme maakt de bestudering ervan op zijn minst erg lastig, zo niet complex, maar wel mateloos interessant. Studierichtingen als geneeskunde (zowel dier- als mensgeneeskunde) zijn specifiek gericht op een organisme uit de levende wereld. De grote variëteit aan dieren maakt deze wetenschap zeer breed georiënteerd op vele soorten. De mens kent echter maar 2 fysieke varianten maar heeft voor studie een moeilijk toegankelijk, deels niet fysiek (geestelijk) aspect in de vorm van emotie en bewustzijn. In de historische ontwikkeling van deze studie waarin de mens in de basis wordt gezien als een fysiek lichaam met bijkomende complexiteit van leven (groei, ontwikkeling en voortplanting) en bovendien het denkende brein dat functioneel is gerelateerd aan bewustzijn.

Aldus beter voor bestudering toegankelijk zijn het lichaam en de geest reeds sinds eeuwen als gescheiden objecten benaderd.

Deze kunstmatige scheiding van lichaam en geest heeft de geneeskunde eerst t.a.v de fysieke richting en later op gebied van de geestelijke competentie veel gebracht. Deze oorspronkelijke scheiding van studieobjecten heeft echter een kennisachterstand veroorzaakt van een holistische, integrale visie op de mens als een levende eenheid van lichaam en geest. Dit vormt de kern van mijn betoog.

Om deze integrale visie te begrijpen ga ik in mijn analyse een functionele scheiding aanbrengen in deze levende eenheid. Laten we nu de mens benaderen als levende eenheid; enerzijds met bewuste geest of de mens zonder bewuste geest (lees onbewust). Deze benadering maakt een onderscheid mogelijk tussen mens en dier. In de evolutie is het brein verder ontwikkeld waarmee we naast aansturing van het lichaam (dierlijke functie) bij de mens ook bewustzijn hebben ontwikkeld.

We maken de volgende stap in het brein.

Mensen hebben een lichaam dat evenals bij zoogdieren wordt aangestuurd door het centraal zenuwstelsel en in de basis geheel zelfstandig, onbewust, zonder onze wil functioneert. Met het autonoom zenuwstelsel wordt zelfstandig, zonder bewuste controle, ons lichaam gedirigeerd om in leven kunnen te blijven. Een ingenieus zeer geavanceerd lichaamsmechanisme dat met oneindig vele fysiologische processen in staat is zichzelf te laten functioneren en bovendien het leven beschermt en desnoods actief kan verdedigen. Het lichaam is in staat om deze interne processen maar ook uitwendige veranderingen vanuit de omgeving met onze zintuigen, te volgen en in het geheugen op te slaan. Alle verrichtingen zijn gericht op leven in de zin van ontwikkeling en behoud van leven als verdediging. Ons lichaam scant zichzelf intern op het verloop van levensverrichtingen en extern op bedreiging van onze veiligheid. Op basis van deze elementaire levensfuncties ontwikkelen we met ons geheugen ook, nog steeds onbewust, aangepast gedrag waarmee we vooral veilig binnen ons sociaal gemeenschappelijke kader moeten blijven. We reageren aldus zodanig op onze omgeving om bovenal onze veiligheid te bewaken en te behouden. De terugtrekreflex om een brandletsel te voorkomen of een ruk aan het stuur om een spookrijder te ontwijken zijn hiervan sprekende voorbeelden. Tot zover, mogelijk tot ergernis van sommigen, geen verschil met het dierlijk bestaan.

 

De ontwikkeling van ons gedrag vanaf ons prille bestaan wordt gevoed door interactie met onze directe omgeving. Aanvankelijk leveren de verzorgers of ouders en in het bijzonder de moeder de input voor het nog onbewust lerende brein van de kleine spruit. Alle indrukken komen via de veiligheidsscan binnen. Deze competentie om te leren van alle externe ervaringen is bij de mens extreem sensitief en subtiel ontwikkeld. Deze ervaringen worden via de veiligheidsscan opgeslagen in het onbewust geheugen. Het onbewuste brein fungeert als ongefilterd opslagstation aan indrukken en ervaringen met een inprint van veilig of onveilig. Hier worden alle gedragsprogramma`s gevormd waarmee het zich ontwikkelende jonge mensenkind zichzelf in zijn/haar levensloop moet gaan redden. Met dit onbewuste brein wordt 95% van ons hele bestaan zowel lichamelijk als geestelijk aangestuurd. Geheel onbewust en zelfstandig worden door het brein keuzes gemaakt om bovenal veilig door het leven te komen. Deze keuzes worden zelfs als geleerde lesstof opgeslagen en als standaard informatie verankerd.

Het kan u tijdens uw leven niet zijn ontgaan dat de kern van het leven streeft naar ruimte voor ontwikkeling met behoud van het leven. Elke aanslag vanuit de omgeving op die ruimte en veiligheid wordt geïnterpreteerd als een concrete bedreiging voor het leven. Er volgt vanuit het lichaam een reactie die de dreiging moet afwenden; een vlucht- of een verdedigingsreactie. Is de dreiging mild en kortdurend dan geldt dat ook voor de reactie daarop. Is daarentegen de bedreiging ernstig en heftig (traumatisch) dan zal de reactie overeenkomstig heftig zijn en soms zelfs permanent aanwezig blijven, zodat overeenkomstig een gedragsprogramma is gevormd dat duurzaam de veilige staat moet handhaven. Ook wanneer een dreiging aanhoudt ontwikkelt zich een chronisch reactiepatroon in de vorm van een gedragsprogramma. Nogmaals met nadruk, dit alles speelt zich af in het onbewuste brein waaraan u geen bewuste wil hebt opgelegd.

Ik geef u twee voorbeelden van aangeleerde programma’s die u herkent als vanzelfsprekend  en uitermate functioneel zijn. Op 1 jarige leeftijd hebt u uzelf met enige hulp leren lopen en praten. Vanaf 2 jarige leeftijd is u door uw primaire verzorgers een zindelijkheidsprogramma aangeleerd wat u nog steeds meermalen per dag hanteert om probleemloos in de gemeenschap te kunnen functioneren. Zo zijn er ook bij ieder van ons programma’s ontwikkeld die pas later onze ruimte om te leven juist belemmeren tot zelfs kunnen blokkeren. Laten we een voorbeeld nemen waarbij het aangeleerde programma leidt tot beperking van functioneren met doorgaans stress als chronisch gevolg. Een kind dat door een ouder overwegend afkeurend en negatief wordt beoordeeld en niet wordt bevestigd in het nemen van eigen initiatief ontwikkelt weinig vertrouwen in zichzelf. Het kind vormt reactief een (overlevings)programma waarbij elke beoordeling, kritiek of negatieve suggestie bij voorbaat uit de weg wordt gegaan en sociaal escapegedrag tot sociale afzondering het gevolg kan zijn. Wanneer dit programma bij deze inmiddels volwassen persoon nog steeds onbewust draait is ondertussen, zelfs onder normale sociale omstandigheden, ook een stressvolle houding ontwikkeld. Socialisatie programma`s worden bij aanvang van het leven intensief aangelegd en zijn sterk geassocieerd met het veiligheidssysteem. Hiermee worden we uitgerust om in gemeenschappelijk verband veilig te overleven. Wanneer de sociale omgeving niet veilig is of sociale vaardigheden niet goed zijn aangeleerd kan ander (deviant) gedrag worden ontwikkeld als alternatief om in elk geval te overleven. Aldus bedreiging en onveiligheid induceren een defensief overlevingsmechanisme waarbij altijd een vorm van voortdurende stress op lichaam en geest bestaat. Ik herinner u eraan dat dit mechanisme in de basis onbewust werd gevormd en zich voor u onbewust blijft manifesteren.

 

Dr. Eduard Ariëns

 

Benieuwd of wij jou kunnen helpen?

Doe de zelfscan en meld je daarna aan voor de gratis masterclass.

Doe de (gratis) zelfscan

Wil je meer inspiratie? Lees verder...

Voor alle artikelen klik hier.

 

Waarom is het zo moeilijk om je goed te voelen? 

Apr 23, 2024

Het bewustzijn is je besturingssysteem

Apr 12, 2024

Waarom houdt ons ego niet van liefde?

Mar 08, 2024